Echt luisteren is best nog eens moeilijk. Dat doe je niet zomaar even. Luisteren vereist allereerst dat we met niets anders bezig zijn, want anders kunnen wij onze volle aandacht niet geven. Ten tweede brengt luisteren met zich mee: horen hoe dingen gezegd worden, de toon waarop, de gezichtsuitdrukkingen en gebaren die hierbij gebruikt worden. Bovendien houdt luisteren in een poging om te horen wat er niet gezegd wordt, wat alleen doorschemert, wat misschien verzwegen wordt, wat onder het oppervlak ligt of onbereikbaar is. We horen met onze oren, maar we luisteren evengoed met onze ogen, onze geest en ons hart, onze huid en ons binnenste.
In ons veel te drukke leven van alledag vraagt dat soms om een flinke inspanning om naar iemand te luisteren die volgens jou een saai of lang verhaal ophoudt. Toch zal je, als je echt wil luisteren, als je de ander het gevoel wil geven dat je daadwerkelijk naar hem luistert, daar even de tijd voor moeten nemen.
Luisteren is niet beginnen met jouw mening te geven voordat je weet waar het over gaat.
Het gaat niet samen met vooroordelen en met het opdringen van je eigen mening. Je kunt best een persoonlijke overtuiging hebben, zolang je de ruimte laat voor de andere.
Sommige mensen verwarren luisteren met niets zeggen of meewaaien met alle winden. Dit is ook geen luisteren. Ook is luisteren niet iemand de waarheid zeggen, meteen ergens mee confronteren, de les lezen of belerend zeggen ‘zo, je bent ook een egoïst’.
Luisteren is ook iets heel anders dan debatteren, het probleem wegwuiven, analyseren of de ander in een bepaalde richting sturen. Het betekent ook niet oplossingen aandragen voor de ander of het napraten van de ander.
Werken met aannames en te snel conclusies trekken zijn gevaarlijk, want alles wat daarbuiten valt hoor je daarna niet meer. De grootste vijand van communicatie is denken dat die communicatie er is.
Wat is luisteren dan wel? Het vraagt veel van je om iemands gesprekspartner te zijn. Echt luisteren betekent dat je beschikbaar bent, dat je je inleeft in de ander zijn verhaal, dat je niet in de rede valt, maar vraagt om verduidelijking, dat je geduld opbrengt en je concentreert op wat er wordt verteld. Het betekent dat je nadenkt over wat je hoort in het verbale en ziet en voelt in het non-verbale.
Wat een heerlijkheid is het als iemand echt naar je luistert, je voelt je daarna beter. Als je met iemand hebt kunnen praten over je verdriet, voel je je even minder verdrietig, misschien zelf opgelucht. Iemand die naar je luistert, laat je je thuis voelen. Figuurlijk gesproken ben je even de gast. Als er naar je geluisterd wordt, voel je je geaccepteerd, begrepen, mag je zijn wie je bent. Over het algemeen is die gastheer vaak toleranter voor jou dan je vaak zelf bent.
Je praat, een half woord is dan genoeg. De gastheer is er even helemaal voor jou.
Stel je voor als we allemaal beter naar elkaar zouden luisteren: op het werk, de sportclub, in de kerkgemeente, maar ook in ons gezin of in onze familie. Over de politiek zal ik maar even zwijgen…
We kennen allemaal het gezegde: ‘Gedeelde smart is halve smart; gedeelde vreugd is dubbele vreugd.’ Als mensen om je heen weten dat je beschikbaar bent, dat ze met je kunnen praten, dat ze niet worden afgewimpeld, dat je hen altijd onbevooroordeeld te woord staat en bereid bent naar hun problemen te luisteren, dan zou de winst onvoorstelbaar zijn.
Het zou ons allemaal beter afgaan in het dagelijks leven in onze rollen als verkoper, collega, directeur, ouder, voorganger, broer, zus of voorzitter.